Vroeger besloot de schoolarts van de één op de andere dag dat ik op een sport moest. Blijkbaar had ik (toen al) neiging naar overgewicht en mijn ouders kozen voor de logistiek meest verantwoorde oplossing; ik ging op badminton, net als mijn broer.
Of ik ook talent had voor badminton was natuurlijk maar bijzaak want het ging om het bewegen. En bewegen zou ik. We begonnen elke les met rondjes rennen door de zaal om vervolgens in twee- of viertallen te gaan spelen. Al snel bleek dat ik absoluut geen talent had tot grote ergernis van leeftijdgenootjes die met mij moesten spelen. Ik ontwikkelde al snel een allesoverheersende monsterachtige grote weerzin om te gaan en zo bevond ik me wekelijks in een hevige strijd met mijn ouders over het wel of niet naar badminton gaan. Het antwoord was helaas dat ik altijd moest gaan ondanks de buikpijn, oorpijn of misselijkheid die ik op dat moment dacht te bezitten. Ik moest en zou naar badminton.
Sporten ben ik nooit leuk gaan vinden en talent heb ik er ook nooit voor gekregen. Maar toen de diëtist laatst zei dat ik toch íets aan beweging moest doen, koos ik met frisse tegenzin voor yoga. Blijkbaar ben ik erg gevoelig voor mensen met een medisch beroep die vinden dat ik iets moet. Die yoga bleek mij al snel absoluut niet te bevallen (zie een aantal blogs hier beneden.) Maar ik zette door en ging braaf naar de lessen. Totdat ik weer een maandag kreunend en steunend op mijn werk zat, klagend dat ik die avond weer naar yoga moest. Een collega keek me verbaasd aan. ‘Als je er zó geen zin in hebt, waarom ga je dan?’
Ik kijk haar even verbijsterd aan. Waarom ik ga? Nou ja, omdat….omdat ik heb betaald, omdat ik blijkbaar een soort belofte aan de yogajuf heb gedaan dat ik dit seizoen bij haar kom ademen. ‘Onzin’ roept mijn collega. ‘Ik zou allang gestopt zijn!’
Ik laat haar woorden nog eens door mijn hoofd gaan wanneer ik naar huis rij en dan maak ik ineens het besluit. Ik stop ermee. Ik ben volwassen en als ik ergens geen zin in heb, dan doe ik het niet! Zo! Ha!
Deze is voor al die jaren ongewild badminton, voor die twee verloren jaren paardrijden en dat dwangmatige jaar fitnessen. Dit is mijn grens. Ik stop. Jeej voor mij!