Onlangs bevond ik mij op de verjaardag van mijn schoonmoeder. Buiten was het koud, maar binnen stonden de kaasjes en nootjes op tafel en had de familie zich om de salontafel in een nette kring verzameld.  Het bezoek bestond vooral ooms en tantes van boven de zestig en al snel besefte ik dat één onderwerp hoogtij vierde tijdens de gehele avond. En het begon allemaal met de vraag: ‘Witte wie d’r ok dood is?’

Nee, werd er verbaasd doch ietwat gretig geschud. Het laatste nieuws had deze familiekring nog niet bereikt en vol spanning hangen ze aan de lippen van tante R. Terwijl ze haast triomfantelijk (Zij had het immers al wel gehoord) antwoord geeft op haar eigen vraag, leunt haar publiek nieuwsgierig naar voren. ‘Bets, van Theo van Annie uit de Kerkstraat.’. ‘Och…’ klinkt het in koor terwijl ze allemaal hoofdschuddend weer terug in hun stoel zakken. ‘Van Annie van vroeger uit de Schoolstraat? Die met die zus met die bril die vroeger met Jan ging?’ Tante R knikt verwoed met haar hoofd. ‘Och…’ klinkt het nogmaals in koor in een mengeling van medelijden en tikkeltje sensatie. Behalve tante T; tante T blijft twijfelend voorovergebogen zitten alsof ze nog wacht op de clue. Terwijl de rest even stilvalt en nadenkt over het arme lot van Bets van Theo van Annie begint tante T langzaam met haar hoofd te schudden. ‘Nee’, zegt ze dan ineens, ‘Nee, die ken ik niet….’

Een golf van ongeloof verplaatst zich als een wave langs de feestgangers. Tante D geeft tante T vermanend een tikje op haar arm. De kop en schotel in de hand van tante T wiebelt gevaarlijk. ‘Natuurlijk kende gij die wel, van Theo…van Annie die vroeger in de Schoolstraat woonde. Met die zus….Ach, die kende gij wel…’ Tante T blijft met haar hoofd schudden terwijl ze zichtbaar haar diepste herinneringen doorzoekt op de stoffige zolder van haar geheugen. ‘Nee, dat zegt me écht niets…’. Tante R en tante D kijken elkaar geschokt aan en het blijft weer even stil.

‘Wacht eens even…’ zegt tante T dan opeens en de overige tantes kijken haar verwachtingsvol aan. ‘Is dat niet die Bets die ooit met Gerrit ging, met die broer die mank liep?’ Vragend met een vleugje hoop in haar ogen kijkt tante T de kring rond. Tante R begint te knikken. ‘Jij bedoelt die Gerrit wiens ouders die verfwinkel hadden op de markt?’ Tante T begint ook te knikken terwijl de opluchting zich haar meester maakt. ‘Ooh,’ Tante D begint ook te knikken. ‘Die manke broer die toen iets met Els kreeg…Henk bedoel je?’ ‘Ohja, ja die!’ roept tante T uit en wil al tevreden haar koffie pakken. Maar dan stopt tante R abrupt met knikken. ‘Nee, die Bets bedoel ik niet.’

Terwijl het gesprek langzaam weer op gang komt, zie ik tante T stilletjes doch dwangmatig in haar koffie roeren. Ze heeft een stuurse blik die ze op de kaasjes en worstjes gericht houdt. Het gesprek gaat verder langs haar heen. Ik heb met tante T te doen; voor vandaag bestempeld als het buitenbeentje van de verjaardag. Blijkbaar hoor je er in deze generatie niet meer bij als je niet weet wie er allemaal dood is en ik neem me heilig voor om wanneer ik die leeftijd heb, vóór elke verjaardag even de overlijdensadvertenties te bekijken.

 

 

 

Kleine noot van de auteur: uiteraard zijn alle namen gefingeerd. Stel je voor dat iemand het nieuws over Bets hier moet lezen.

 

2 Thoughts to “Witte wie d’r ok dood is?”

  1. Krystyna

    Uden ligt niet zo ver van Gemert, lees ik wel #krommeteen 😉

  2. haha wat herkenbaar. Zo vaak dat ik iets van deze aard hoorde thuis bij mijn ouders, bij familie, en ik vroeg me maar af over wie hebben ze het 🙂

Leave a Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.